Jaarrekening
7.1
Inleiding
Voor u ligt de jaarrekening van APG Groep NV waarin we in lijn met wet- en regelgeving verantwoording afleggen over het financiële verslagleggingsjaar 2021.
7.2.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2021
voor winstbestemming, in duizenden euro's
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
ACTIVA | ||
Vaste Activa | ||
Immateriële vaste activa (1) | 115.590 | 160.546 |
Materiële vaste activa (2) | 49.968 | 22.744 |
Financiële vaste activa (3) | 47.131 | 48.656 |
212.689 | 231.946 | |
Vlottende activa | ||
Vorderingen en overlopende activa (4) | 282.066 | 304.233 |
Liquide middelen (5) | 565.536 | 491.684 |
847.602 | 795.917 | |
TOTAAL ACTIVA | 1.060.291 | 1.027.863 |
PASSIVA | ||
Groepsvermogen (6) | ||
Eigen vermogen | 636.833 | 631.317 |
Aandeel van derden in eigen vermogen | 485 | 496 |
637.318 | 631.813 | |
Voorzieningen (7) | 76.744 | 79.651 |
Langlopende schulden (8) | 10.911 | 10.911 |
Kortlopende schulden en overlopende passiva (9) | 335.318 | 305.488 |
TOTAAL PASSIVA | 1.060.291 | 1.027.863 |
7.2.2 Geconsolideerde winst- en verliesrekening 2021
In duizenden euro's
2021 | 2020 | |
Netto omzet | ||
Beheervergoedingen (10) | 851.750 | 741.066 |
Overige bedrijfsopbrengsten (11) | 10.365 | 21.897 |
Som der bedrijfsopbrengsten | 862.115 | 762.963 |
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten (12) | 133.990 | 107.438 |
Personeelskosten (13) | 434.722 | 424.429 |
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa (14) | 53.592 | 54.852 |
Overige bedrijfskosten (15) | 132.388 | 126.260 |
Som der bedrijfslasten | 754.692 | 712.979 |
Bedrijfsresultaat | 107.423 | 49.984 |
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten (16) | 1.234 | 1.672 |
Rentelasten en soortgelijke kosten (17) | 4.073 | 4.378 |
Resultaat voor belastingen | 104.584 | 47.278 |
Belastingen (18) | -24.499 | -4.717 |
Resultaat deelnemingen (19) | -2.253 | -738 |
Resultaat na belastingen | 77.832 | 41.823 |
Aandeel derden in resultaat | 11 | -1 |
Nettoresultaat | 77.843 | 41.822 |
7.2.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2021
in duizenden euro's
2021 | 2020 | |
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN | ||
Bedrijfsresultaat | 107.423 | 49.983 |
Aanpassingen voor: | ||
- Afschrijvingen op immateriele en materiele vaste activa | 53.592 | 54.852 |
- Resultaat op de transactie Hyfen | - | -1.454 |
- Koersverschillen vreemde valuta | -257 | -1.549 |
- Mutaties werkkapitaal: | ||
- Afname vorderingen en overlopende activa | 11.403 | 7.496 |
- Toename kortlopende schulden en overlopende passiva, gecorrigeerd voor vpb | 22.559 | -9.766 |
- Mutatie voorzieningen | -4.610 | -1.540 |
Kasstroom uit bedrijfsoperaties | 190.110 | 98.022 |
Ontvangen interest | 105 | 613 |
Betaalde interest | -3.798 | -3.991 |
Betaalde vennootschapsbelasting | -11.331 | -9.014 |
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN | 175.086 | 85.630 |
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN | ||
Investeringen in vaste activa | -30.966 | -9.885 |
Aankoop deelneming | -481 | -600 |
Aflossing lening u/g | 246 | 1.457 |
Aankoop van effecten | -1.851 | -1.874 |
Verkoop van effecten | 2.081 | 924 |
Kapitaalstorting in deelneming | -700 | -300 |
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN | -31.671 | -10.278 |
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN | ||
Uitgekeerd dividend aan aandeelhouder van de vennootschap | -74.000 | -83.000 |
Kapitaalvermindering uitgekeerd aan aandeelhouders | - | -90.000 |
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN | -74.000 | -173.000 |
Netto kasstroom | 69.415 | -97.648 |
Koers- en omrekenverschillen op geldmiddelen | 4.437 | -3.121 |
MUTATIE LIQUIDE MIDDELEN | 73.852 | -100.769 |
Beginstand liquide middelen | 491.684 | 592.453 |
Eindstand liquide middelen | 565.536 | 491.684 |
MUTATIE LIQUIDE MIDDELEN | 73.852 | -100.769 |
7.2.4 Grondslagen voor financiële verslaggeving
Inleiding
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Activiteiten
APG Groep NV (APG Groep) verzorgt bestuursadvisering, vermogensbeheer, pensioenadministratie, pensioencommunicatie en werkgeversdiensten.
Groepsverhoudingen
In de geconsolideerde jaarrekening zijn alle groepsmaatschappijen betrokken. APG Groep is opgericht op 29 februari 2008, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 14099616 en gevestigd op Oude Lindestraat 70, 6411 EJ te Heerlen.
APG Groep NV is een structuurvennootschap en houdster van twee 100 procent dochters: APG DWS en Fondsenbedrijf NV en APG Asset Management NV. Daarnaast heeft APG Groep een direct belang van 76 procent in Entis Holding BV.
APG Groep heeft een aantal indirecte kapitaalbelangen. De volledige structuur blijkt uit de lijst van kapitaalbelangen. Deze is als onderdeel van de toelichting op de enkelvoudige jaarrekening opgenomen.
APG DWS en Fondsenbedrijf
APG DWS en Fondsenbedrijf is verantwoordelijk voor de bestuursadvisering, pensioenadministratie en pensioencommunicatie voor de opdrachtgevende fondsen (pensioenfondsen, vut- en sociale fondsen) in de publieke en de private sector. In 2021 is APG Service Partners BV gefuseerd met APG DWS en Fondsenbedrijf.
APG Asset Management
APG Asset Management is verantwoordelijk voor het vermogensbeheer en voert Fiduciair Management en adviestaken uit voor zijn opdrachtgevende fondsen. APG is een langetermijnpensioengeldbelegger, daarbij hoort een verantwoord beleggingsbeleid. De uitvoering daarvan maakt integraal onderdeel uit van het vermogensbeheerproces.
APG Groep heeft twee aandeelhouders, Stichting Pensioenfonds ABP (ABP) voor 92,16 procent en Stichting Sociaal Fonds Bouwnijverheid (Stichting SFB) voor 7,84 procent.
Continuïteit
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vanuit bedrijfseconomisch perspectief zijn de coronarisico’s voor de APG organisatie klein doordat de dienstverlening aan klanten volledig kan worden gecontinueerd. Daarnaast is het kredietrisico op de belangrijkste klanten relatief beperkt en is veelal sprake van prijsafspraken die onafhankelijk zijn van ontwikkelingen op de financiële markten.
Algemeen
De jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2021 dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2021 en is opgesteld op basis van in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening, zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Bij de inrichting van de enkelvoudige winst- en verliesrekening is artikel 2:402 Burgerlijk Wetboek toegepast. Hierdoor wordt in de enkelvoudige winst- en verliesrekening volstaan met het als afzonderlijke post vermelden van het resultaat uit deelnemingen en het overige resultaat na aftrek van belastingen. De bedragen in de jaarrekening zijn in duizenden euro's, tenzij anders vermeld.
Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar.
Schattingen
Bij het opstellen van de jaarrekening is het maken van schattingen onvermijdelijk. Schattingen van management hebben hoofdzakelijk betrekking op goodwill, cliëntcontracten en voorzieningen. Indien sprake is van een schattingswijziging, wordt dit in de toelichting bij het betreffende onderdeel van de jaarrekeningpost vermeld.
Grondslagen voor de consolidatie
Kapitaalbelangen in entiteiten waarin APG Groep overheersende zeggenschap kan uitoefenen over het bestuur en financieel beleid, zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen door toepassing van de integrale methode van consolideren. Intercompany transacties en onderlinge financiële verplichtingen worden daarbij geëlimineerd. Bij nieuw verworven deelnemingen worden vanaf de overnamedatum de resultaten en de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen entiteiten opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. De overnamedatum is het moment dat overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend op de betreffende entiteit. De entiteiten die in de consolidatie betrokken zijn, blijven in de consolidatie opgenomen totdat APG overheersende zeggenschap verliest. Deconsolidatie vindt plaats op het moment dat de beslissende zeggenschap wordt overgedragen. De betreffende vennootschap wordt vanaf dat moment als financieel vast actief gepresenteerd.
Een lijst van geconsolideerde entiteiten is opgenomen als onderdeel van de toelichting op de enkelvoudige jaarrekening. Joint ventures worden niet geconsolideerd, deze zijn opgenomen onder de financiële vaste activa. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen worden waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen van APG Groep.
Verbonden partijen
Als verbonden partij worden aangemerkt alle entiteiten waarover APG Groep overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis uitoefent. Ook entiteiten die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen op APG Groep worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire leden van de raad van bestuur, alsmede de leden van de raad van commissarissen van APG Groep, zijn verbonden partijen.
Verwerking
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer de toekomstige economische voordelen waarschijnlijk naar de vennootschap zullen vloeien en de waarde van het actief betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer de afwikkeling daarvan waarschijnlijk gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen als een transactie ertoe leidt dat (nagenoeg) alle rechten op economische voordelen dan wel risico’s met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen.
Opbrengsten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden en de omvang daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Kosten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting heeft plaatsgevonden en de omvang daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Valuta-omrekening
Transacties luidend in vreemde valuta’s worden bij de eerste verwerking gewaardeerd in de functionele valuta door omrekening tegen de contante wisselkoers die geldt op de datum van de transactie tussen de functionele valuta en de vreemde valuta. Monetaire activa en passiva en niet-monetaire activa en passiva in vreemde valuta, met uitzondering van goodwill, worden omgerekend in de functionele valuta tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening, tenzij hedge-accounting wordt toegepast. Goodwill die volgens de verkrijgingsprijs wordt gewaardeerd in een vreemde valuta wordt omgerekend tegen de wisselkoers op de transactiedatum.
Bij de consolidatie worden de balansen van groepsmaatschappijen waarvan de functionele valuta niet de euro is, omgerekend in euro's tegen de koers per balansdatum. Resultaatposten worden omgerekend tegen de gemiddelde koers gedurende het verslagjaar. Valutaverschillen inzake de waarde van bij de consolidatie betrokken groepsmaatschappijen zijn verwerkt in de reserve omrekeningsverschillen.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, afgeleide financiële instrumenten (derivaten), handelsschulden en overige te betalen posten. De waardering van de kortlopende vorderingen en schulden staan vermeld in de afzonderlijke paragrafen.
In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: zakelijke waarden, vastrentende waarden, overige beleggingen, overige financiële verplichtingen en derivaten.
Financiële activa en financiële verplichtingen worden in de balans opgenomen op het moment dat contractuele rechten of verplichtingen ten aanzien van dat instrument ontstaan.
Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot de positie aan een derde zijn overgedragen. Financiële instrumenten (en afzonderlijke componenten van financiële instrumenten) worden in de geconsolideerde jaarrekening gepresenteerd in overeenstemming met de economische realiteit van de contractuele bepalingen. Presentatie vindt plaats op basis van afzonderlijke componenten van financiële instrumenten als financieel actief, financiële verplichting of als eigen vermogen. In financiële en niet-financiële contracten kunnen afspraken zijn gemaakt die voldoen aan de definitie van derivaten. Een dergelijke afspraak wordt afgescheiden van het basiscontract en als derivaat verwerkt als zijn economische kenmerken en risico’s niet nauw verbonden zijn met de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract, een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden zou voldoen aan de definitie van een derivaat, en het samengestelde instrument niet wordt gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract.
Van het basiscontract gescheiden derivaten worden, in overeenstemming met de waarderingsgrondslag voor derivaten waarop geen kostprijs hedge accounting wordt toegepast, gewaardeerd tegen kostprijs of lagere reële waarde.
Afgeleide financiële instrumenten en hedge accounting
Afgeleide financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge accounting wordt toegepast. APG Groep heeft ter afdekking van het valutarisico over de verwachte toekomstige uitgaande kassstromen in vreemde valuta van de buitenlandse dochters valutatermijncontracten afgesloten. Deze valutatermijncontracten worden tegen kostprijs gewaardeerd waarbij de methodiek van kostprijshedge accounting wordt toegepast. Zolang de afgedekte post onder kostprijshedge accounting nog niet in de balans wordt verwerkt, wordt het hedge-instrument niet geherwaardeerd. Indien sprake is van een ineffectief deel van de hedgerelatie, wordt dit deel in de winst- en verliesrekening verwerkt, voor zover dit een verlies betreft. Interne derivaten uit hoofde van back-to-back agreements tussen APG Groep en APG Asset Management worden op basis van kostprijs of lagere marktwaarde in de enkelvoudige jaarrekening van APG Groep verantwoord.
Waarderingsverschillen die optreden bij de waardering van de valutatermijncontracten die worden aangemerkt als afdekking van de netto investering in buitenlandse dochtermaatschappijen, worden direct in de reserve omrekeningsverschillen als onderdeel van het eigen vermogen verwerkt, voor zover de afdekking effectief is. Het niet-effectieve deel wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen.
Hedge accounting
Bij het toepassen van kostprijs hedge accounting is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de resultaatbepaling van het hedge-instrument afhankelijk van de afgedekte post. Indien de afgedekte post tegen kostprijs in de balans wordt verwerkt, wordt ook het derivaat tegen kostprijs gewaardeerd.
Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, wordt de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, als overlopende post in de balans opgenomen, totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening.
APG Groep heeft zijn hedgingstrategie schriftelijk vastgelegd. De beoordeling of de afgeleide financiële instrumenten gebruikt bij hedge accounting effectief zijn in het verrekenen van valutaresultaten van de afgedekte posten, zijn schriftelijk vastgelegd met gebruikmaking van hedge accounting documentatie. Hedgerelaties worden beëindigd als de respectievelijke afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht.
Ten minste op elk formeel rapportagemoment en op inceptie van de hedgerelatie, voert APG Groep een kwantitatieve effectiviteitstoets uit.
Risicoparagraaf
APG Groep krijgt als uitvoerder ten aanzien van de financiële geldstromen en financiële posities te maken met risico’s die de financiële stabiliteit kunnen beïnvloeden. Het betreffen liquiditeitsrisico’s, krediet- c.q. tegenpartijriscio’s, concentratierisico’s en rente- en valutarisico’s. Om de risico’s zo veel als mogelijk in te perken kent APG Groep een risicomijdend beleid, waarbij kapitaalbehoud voorop staat. Er zijn voorwaarden gesteld aan het bij overliquiditeit uitzetten van gelden bij externe partijen en het aantrekken van gelden.
Liquiditeitsrisico
APG Groep bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat de onderneming steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar heeft om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de liquiditeitsvereisten door de toezichthouders. Een tijdelijk overschot aan liquide middelen wordt onder toepassing van de risicobeperkende voorwaarden kort uitgezet op de geldmarkt bij partijen met ten minste een A-rating volgens agencies Fitch en Moody's.
Kredietrisico
Kredietrisico wordt gedefinieerd als het risico dat een tegenpartij bij een financieel instrument zijn verplichting niet nakomt, waardoor APG een financieel verlies lijdt. Het kredietrisico van APG is voornamelijk beperkt tot vorderingen op klanten, groepsmaatschappijen, verbonden partijen en banken. De vorderingen op cliënten zijn de vorderingen die maandelijks ontstaan ter zake van de vergoedingen die APG ontvangt voor de uitgeoefende activiteiten voor vermogens- en pensioenbeheer. Deze vorderingen worden maandelijks afgewikkeld. Ten aanzien van banken gebruikt APG alleen producten voor het beheren van zijn liquiditeit die volgens zijn treasury statuut zijn toegestaan, zoals deposito's en contanten bij financiële instellingen die ten minste een A-rating hebben volgens rating agencies Fitch en Moody's. De uitstaande deposito's en contanten bij banken worden gespreid over verschillende instellingen om het tegenpartijrisico te verminderen. Het kredietrisico op valutatermijncontracten wordt beperkt door de uitwisseling van onderpand (contanten oftwel cash collateral). De onderneming loopt kredietrisico over leningen en vorderingen opgenomen onder financiële vaste activa, handels- en overige vorderingen, liquide middelen en de positieve marktwaarde van afgeleide financiële instrumenten. Het maximale kredietrisico dat de onderneming loopt bedraagt 823,1 miljoen euro per 31-12-2021.
Concentratierisico
Uit hoofde van risicospreiding voor het concentratierisico op liquide middelen wordt gebruik gemaakt van meerdere financiële instellingen die minimaal een A-rating hebben volgens de rating agencies Fitch en Moody's. We streven ernaar maximaal 20 procent bij een partij aan te houden.
APG Groep loopt daarnaast een concentratierisico als de onderneming afhankelijk is van de dienstverlening aan één klant. Voor APG Groep is er sprake van een concentratierisico gezien het relatieve belang van de grootste klant. Dit risico wordt gemitigeerd door in continue dialoog met de grootste klant invulling te geven aan het strategisch partnership en het voeren van actief stakeholdermanagement.
Renterisico
Het renterisico is het risico dat het saldo van de waarden beleggingen verandert als gevolg van veranderingen in marktrentes. Aangezien APG Groep geen obligaties en aandelen heeft en geen leningen met variabele rentes aanhoudt, is het renterisico zeer laag.
Valutarisico
APG Groep heeft ter afdekking van ongunstige fluctuaties in valutawisselkoersen, voor de verwachte toekomstige uitgaande kasstromen in vreemde valuta van de buitenlandse dochters, valutatermijncontracten afgesloten. Deze valutatermijncontracten worden tegen kostprijs gewaardeerd waarbij de methodiek van kostprijshedge accounting wordt toegepast.
Solvabiliteitsrisico
Op de vermogensbeheeractiviteiten van dochtermaatschappij APG Asset Management NV zijn kapitaalsvereisten van toepassing die zijn vastgelegd in de Alternative Investment Fund Managers Directive (AIFMD) en in de Investment Firm Regulation and Directive (IFR/IFD) Deze wetgeving omvat regels voor de berekening van het aan te houden wettelijk kapitaal en regels met betrekking tot de bepaling van het beschikbare wettelijke kapitaal. APG Asset Management wil voldoende kapitaal beschikbaar hebben om financiële schade en verliezen als gevolg van de geïdentificeerde risico's op te vangen. Om te beoordelen of er voldoende kwalificerend kapitaal beschikbaar is, bepaalt APG Asset Management de toereikendheid met behulp van het ICLAAP (Internal Capital and Liquidity Adequacy Assessment Process). In het ICLAAP past APG Asset Management, naast de vereiste berekeningen, een risicogebaseerde benadering toe om het niveau van het aan te houden kapitaal te beoordelen. Hierin wordt ook gebruik van historische financiële gegevens, een toekomstgericht bedrijfsplan en scenario-analyse om te bepalen of het vereiste kapitaal toekomstbestendig is. APG Asset Management heeft gedurende 2021 voldaan aan de kapitaalsvereisten volgens de AIFMD, als ook de IFR/IFD.
7.2.5 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
Algemeen
In de toelichting op de vorderingen en schulden van de enkelvoudige jaarrekening zijn de cijfers over 2020 geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2021 mogelijk te maken. Het betreft verdere uitsplitsingen binnen de categorie vlottende activa en vlottende passiva.
Vaste activa
Immateriële vaste activa (1)
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of tegen vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen. De afschrijvingstermijn is gebaseerd op de verwachte economische levensduur. Op iedere balansdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien er indicaties aanwezig zijn dat de realiseerbare waarde (in termen van hoogste van bedrijfswaarde en opbrengstwaarde) lager is dan de boekwaarde vindt een bijzondere waardevermindering plaats ten laste van de winst- en verliesrekening en wordt dit toegelicht. Terugnemingen van eerdere waardeverminderingsverliezen worden eveneens verwerkt via de winst- en verliesrekening. Een bijzonder waardeverminderingsverlies voor goodwill wordt niet teruggenomen in een volgende periode.
Bij acquisitie van een onderneming worden alle identificeerbare activa en passiva van de desbetreffende onderneming in de balans opgenomen tegen de reële waarde op acquisitiedatum, tenzij het een ‘common control’ transactie betreft (common control transacties betreffen aan- of verkopen van aandelen in groepsmaatschappijen, deze worden verantwoord tegen boekwaarde). De overnameprijs bestaat uit het geldbedrag of equivalent dat is overeengekomen voor de verkrijging van de overgenomen onderneming. Ontstane goodwill wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen het verschil tussen de overnameprijs en (het aandeel in) de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva.
Onderzoekskosten worden verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Uitgaven voor ontwikkelingsprojecten worden geactiveerd als onderdeel van de vervaardigingsprijs als het waarschijnlijk is dat het project commercieel en technisch succesvol zal zijn (dat wil zeggen: als het waarschijnlijk is dat economische voordelen zullen worden behaald) en de kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Voor de geactiveerde ontwikkelingskosten is een wettelijke reserve onder het eigen vermogen gevormd ter hoogte van het geactiveerde bedrag. De afschrijving van de geactiveerde ontwikkelingskosten vangt aan zodra de commerciële productie is gestart en vindt plaats over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief.
Materiële vaste activa (2)
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen of tegen lagere bedrijfswaarde. Afschrijving vindt plaats op basis van de verwachte gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Op iedere balansdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien er indicaties aanwezig zijn dat de realiseerbare waarde (in termen van hoogste van bedrijfswaarde en opbrengstwaarde) lager is dan de boekwaarde, vindt een bijzondere waardevermindering plaats ten laste van de winst- en verliesrekening en wordt dit toegelicht. Terugnemingen van eerdere waardeverminderingsverliezen worden eveneens verwerkt via de winst- en verliesrekening.
Financiële vaste activa (3)
Leningen uitgeleende gelden (u/g) worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Na eerste verwerking worden leningen u/g gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, op basis van de effectieve rentemethode. Bij afwezigheid van agio en disagio is dit de nominale waarde.
Deelnemingen worden gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde. Deze waardering stopt zodra deze netto vermogenswaarde nihil of lager is geworden. Indien ten dele of geheel ingestaan wordt voor de schulden van deelnemingen, of een feitelijke verplichting bestaat om deelnemingen financieel te ondersteunen, wordt hiervoor een voorziening gevormd. Deelnemingen waarin APG Groep geen invloed van betekenis kan uitoefenen worden opgenomen onder de financiële vaste activa en gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde.
Latente belastingvorderingen, inclusief vorderingen die voortkomen uit verliescompensatie, worden in de balans opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winsten zijn waarmee tijdelijke verschillen en niet-gecompenseerde fiscale verliezen kunnen worden verrekend. Bij de berekening wordt rekening gehouden met in komende jaren geldende tarieven, voor zover deze al zijn vastgesteld. Waardering vindt plaats tegen nominale waarde.
Financiële instrumenten worden bij de eerste waardering verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien echter financiële instrumenten bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, worden direct toerekenbare transactiekosten bij de eerste waardering direct verwerkt in de winst-en-verliesrekening. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Op iedere balansdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een financieel vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien er indicaties aanwezig zijn dat de realiseerbare waarde van de financiële vaste activa duurzaam lager is dan de boekwaarde vindt een bijzondere waardevermindering plaats en wordt dit toegelicht.
Vlottende activa
Vorderingen en overlopende activa (4)
Vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Na eerste verwerking worden vorderingen gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Deze waarde komt doorgaans overeen met de nominale waarde onder aftrek van een eventuele voorziening voor het risico van oninbaarheid.
Liquide middelen (5)
Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Groepsvermogen (6)
Het eigen vermogen wordt in de toelichting in de enkelvoudige jaarrekening nader toegelicht.
Voorzieningen (7)
Algemeen
Voorzieningen betreffen verplichtingen of verliezen waarvan het waarschijnlijk is dat zij moeten worden afgewikkeld respectievelijk genomen, waarvan de omvang betrouwbaar is te schatten en in rechte afdwingbaar is. De omvang van de voorziening wordt bepaald door schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen en verliezen per balansdatum af te wikkelen en worden, voor zover langlopend en mits materieel, gewaardeerd tegen de contante waarde van de verwachte toekomstige uitgaven. De rekenrente is gebaseerd op de rentevoet aan het einde van het jaar van hoogwaardige Nederlandse ondernemingsobligaties, rekening houdend met de resterende looptijd van de voorzieningen.
Personeelsgerelateerde voorzieningen
Personeelsgerelateerde voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De voorziening voor ambtsjubilea is gewaardeerd tegen de contante waarde van de verwachte toekomstige uitgaven, voor zover relevant rekening houdend met actuariële grondslagen. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen, de blijfkans en (pro)ratering. De rekenrente is gebaseerd op de rentevoet aan het einde van het jaar van hoogwaardige Nederlandse ondernemingsobligaties, rekening houdend met de resterende looptijd van de voorzieningen.
Reorganisatievoorziening
De reorganisatie voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde. De vorming van deze reorganisatievoorziening vindt plaats op het moment dat er een gedetailleerd plan van de reorganisatie is geformaliseerd en dit kenbaar is gemaakt aan de betrokkenen. Onttrekkingen aan de voorziening vinden plaats op het moment dat de betreffende uitgaven uit hoofde van vrijwillig vertrek en boventalligheid plaatsvinden.
Voorziening verlieslatende contracten
De voorziening voor verlieslatende contracten betreft het negatieve verschil tussen de verwachte voordelen uit de door de onderneming na de balansdatum te ontvangen prestaties en de onvermijdbare kosten om aan de verplichtingen te voldoen. De onvermijdbare kosten zijn de kosten die ten minste moeten worden gemaakt om van de overeenkomst af te komen, zijnde de laagste van enerzijds de kosten bij het voldoen aan de verplichtingen en anderzijds de vergoedingen of boetes bij het niet voldoen aan de verplichtingen.
Voorziening uit hoofde van claims, geschillen en rechtsgedingen
Een voorziening uit hoofde van claims, geschillen en rechtsgedingen wordt gevormd indien het waarschijnlijk is dat de onderneming in een procedure zal worden veroordeeld. De voorziening betreft de beste schatting van het bedrag waarvoor de verplichting kan worden afgewikkeld, en omvat tevens de proceskosten.
Voorziening herstelkosten
Kosten van herstel die het gevolg zijn van het neerzetten van het actief, worden verwerkt via de opbouw van een voorziening over de gebruiksduur van het actief. Dotaties aan de voorziening worden ten laste gebracht van de winst-en-verliesrekening. De hoogte van de op te bouwen voorziening is de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen.
Langlopende schulden (8)
Langlopende schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde. Na eerste verwerking worden de langlopende schulden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Deze is gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten.
Kortlopende schulden en overlopende passiva (9)
Kortlopende schulden en overlopende passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde. Na eerste verwerking worden de kortlopende schulden en overlopende passiva gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Deze waarde komt doorgaans overeen met de nominale waarde.
7.2.6 Grondslagen voor resultaatbepaling
Algemeen
Opbrengsten, kosten en uitkeringen worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Netto omzet
Beheervergoedingen (10)
De vergoedingen van derden uit hoofde van de uitvoeringswerkzaamheden voor pensioenuitvoering en vermogensbeheer worden onder aftrek van eventuele kortingen toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Overige bedrijfsopbrengsten (11)
De opbrengst van aan derden verleende overige diensten wordt verantwoord onder aftrek van kortingen en over de omzet geheven belastingen. Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
Bedrijfslasten
Personeelskosten (13)
De salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan de werknemers. De pensioenregelingen worden op grond van de geldende pensioenovereenkomsten verwerkt volgens de verplichtingenbenadering; de over het verslagjaar verschuldigde pensioenpremies worden als last in de winst- en verliesrekening verwerkt.
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa (14)
Afschrijvingen worden vanaf de eerste ingebruikname verantwoord naar rato van de verwachte gebruiksduur rekening houdend met een eventuele restwaarde, volgens de lineaire methode.
Overige bedrijfskosten (15)
Bedrijfskosten zijn toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten (16)
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten worden aan het verslagjaar toegerekend. Waar noodzakelijk wordt rekening gehouden met de effectieve rentevoet van de betreffende activa. De rentebaten betreffen de opbrengsten uit rekeningen courant en deposito’s.
Rentelasten en soortgelijke kosten (17)
Rentelasten en soortgelijke opbrengsten worden aan het verslagjaar toegerekend. Waar noodzakelijk wordt rekening gehouden met de effectieve rentevoet van de betreffende passiva.
Belastingen (18)
De belastingen over het resultaat worden berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare, fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tijdelijke verschillen als gevolg van verschillen in commerciële en fiscale waardering worden tot uiting gebracht in (het verloop van) de latente belastingverplichting of -vordering.
Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.
Resultaat deelnemingen (19)
Het resultaat deelnemingen wordt bepaald op basis van de mutatie van de netto vermogenswaarde. Hierin zijn ook eventuele waardeverminderingen op deelnemingen verantwoord.
Leasing
Leasecontracten waarbij de economische voor- en nadelen niet voor rekening en risico van de vennootschap komen, worden als operational lease geclassificeerd en verwerkt. De leaseverplichtingen worden, rekening houdend met de ontvangen vergoeding van de lessor, lineair over de contractuele leaseperiode in de winst- en verliesrekening verwerkt.
7.2.7 Grondslagen voor het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode en geeft inzicht in de mutaties in de balanspost liquide middelen. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen de gemiddelde koers.
7.2.8 Toelichting op de geconsolideerde balans
Vaste activa
Immateriële vaste activa (1)
Onder de immateriële vaste activa zijn inbegrepen de bij de verwerving van ondernemingsactiviteiten en kapitaalbelangen berekende goodwill en de waarde van de bij deze verwerving geïdentificeerde cliëntcontracten. Verder is in deze post de aangekochte software begrepen.
Het verloop van deze posten is als volgt.
Goodwill | Cliënt contracten | Software | Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Beginstand | 89.096 | 68.207 | 3.243 | 160.546 | 206.185 |
Investeringen | 236 | - | 340 | 576 | 931 |
Desinvesteringen | - | - | - | - | - |
Afschrijvingen | -12.459 | -31.480 | -1.593 | -45.532 | -46.570 |
Eindstand | 76.873 | 36.727 | 1.990 | 115.590 | 160.546 |
Cumulatieve aanschafwaarde | 249.542 | 488.325 | 26.503 | 764.370 | 765.557 |
Cumulatieve afschrijvingen en waarde | |||||
verminderingen | -172.669 | -451.598 | -24.513 | -648.780 | -605.011 |
Boekwaarde | 76.873 | 36.727 | 1.990 | 115.590 | 160.546 |
Afschrijvingspercentage | 5-10% | 5-10% | 20-25% | ||
De economische levensduur van de immateriële vaste activa is behoudens aangekochte software gebaseerd op de periode waarover toekomstige economische voordelen uit hoofde van onderliggende contractafspraken met een lange looptijd worden genoten. De ultimo 2021 verantwoorde goodwill van 76,9 miljoen euro (2020: 89,1 miljoen euro) heeft een resterende economische levensduur van circa zes jaar. De ultimo 2021 verantwoorde cliëntcontracten van 36,7 miljoen euro (2020: 68,2 miljoen euro) heeft een resterende economische levensduur van circa een jaar.
Ultimo 2021 heeft het bestuur geen aanwijzingen dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen.
Onder de software zijn immateriële vaste activa inbegrepen die reeds volledig afgeschreven zijn maar nog in gebruik zijn. Er zijn geen immateriële vaste activa met beperkte eigendomsrechten en er zijn geen immateriële vaste activa als zekerheid gesteld voor schulden. Voor de reeds aangegane investeringsverplichtingen voor immateriële en materiële vaste activa verwijzen we naar de toelichting van de niet in de balans opgenomen verplichtingen.
Materiële vaste activa (2)
De materiële vaste activa hebben betrekking op inrichting en inventaris en ICT.
Het verloop van deze post is als volgt.
Inrichting en inventaris | ICT | Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Beginstand | 13.031 | 9.713 | 22.744 | 22.466 |
Investeringen | 29.646 | 4.919 | 34.565 | 9.083 |
Desinvesteringen | -467 | -54 | -521 | - |
Afschrijvingen | -2.985 | -4.579 | -7.564 | -8.282 |
Omrekeningsverschillen | 644 | 100 | 744 | -523 |
Eindstand | 39.869 | 10.099 | 49.968 | 22.744 |
Cumulatieve aanschafwaarde | 71.315 | 41.878 | 113.193 | 78.848 |
Cumulatieve afschrijvingen en waarde | ||||
verminderingen | -31.446 | -31.779 | -63.225 | -56.104 |
Boekwaarde | 39.869 | 10.099 | 49.968 | 22.744 |
Afschrijvingspercentage | 10-20% | 20-25% | ||
De investeringen in 2021 inzake inrichting en inventaris hebben voornamelijk betrekking op de verbouwingen in het nieuwe huurpand Edge West. Daarnaast zijn er investeringen gedaan voor verbouwingen in Heerlen alsmede in de kantoren in de buitenlanden.
Financiële vaste activa (3)
De financiële vaste activa betreffen een actieve belastinglatentie als gevolg van afwijkende commerciële en fiscale waarderingen, deelnemingen die niet zijn geconsolideerd alsmede overige financiële vaste activa waaronder een lening u/g.
De lijst van niet in de consolidatie begrepen deelnemingen is opgenomen als onderdeel van de toelichting op de enkelvoudige jaarrekening.
Het verloop van deze posten is als volgt.
Actieve belasting latentie | Lening u/g | Deelnemingen | Overige effecten | Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Beginstand | 35.699 | 3.032 | 2.843 | 7.082 | 48.656 | 45.115 |
Aankopen en verstrekkingen / dotaties | - | 24 | 944 | 1.851 | 2.819 | 4.235 |
Verkopen en aflossingen | - | -389 | - | -2.081 | -2.470 | -2.391 |
Aandeel in het resultaat | - | - | -821 | - | -821 | -735 |
Bijzondere waardeverminderingen | - | -221 | -1.212 | - | -1.433 | 1.029 |
Herwaarderingen | 934 | - | - | 1.047 | 1.981 | 4.381 |
Mutatie belastinglatentie | -2.431 | - | - | - | -2.431 | -2.029 |
Omrekeningsverschillen | 278 | - | - | 552 | 830 | -949 |
Eindstand | 34.480 | 2.446 | 1.754 | 8.451 | 47.131 | 48.656 |
De post deelnemingen betreft de deelnemingen Campus Heerlen Huisvesting BV, Campus Management & Development BV en de in 2020 verworven deelnemingen Hyfen BV en Design Authority BV. In 2021 verwierf APG Groep NV een deelneming in Prikkl BV, waarmee meer grip wordt nagestreefd op financiële fitheid van Nederlanders door toegankelijke en betaalbare coaching en advies. Voor deze deelneming geldt dat er geen sprake is van overheersende zeggenschap, maar invloed van betekenis en derhalve wordt deze deelneming gewaardeerd tegen netto-vermogenswaarde. Op basis van een analyse van de realiseerbare waarde, gebaseerd op de indirecte opbrengstwaarde, is een bijzondere waardevermindering toegepast op de deelnemingen.
De actieve belastinglatentie heeft voornamelijk betrekking op tijdelijke verschillen tussen de commerciële en fiscale waardering van de goodwill ontstaan uit de ontzaffing in 2008 (en overeengekomen met de belastingdienst). Hiervan wordt naar verwachting 6,2 miljoen euro gerealiseerd in 2022. Voor tijdelijke waarderingsverschillen per balansdatum wordt een latentie belastingvordering danwel -schuld gevormd. Indien sprake is van een latente belastingvordering wordt deze opgenomen voor zover de verwachting is dat ten tijde van het uitlopen van de waarderingsverschillen waar de latente belastingvordering betrekking op heeft, het hiermee samenhangende fiscaal verlies binnen de daarvoor geldende termijnen verrekend kan worden met positieve resultaten. De lening u/g heeft hoofdzakelijk betrekking op Campus Huisvesting BV. De post overige effecten heeft betrekking op investeringen in relatie tot langetermijnrenumeraties.
Vlottende activa
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
Vorderingen en overlopende activa (4) | ||
Vorderingen op verbonden partijen | 181.207 | 196.060 |
Vooruitbetaalde bedragen | 45.740 | 38.425 |
Vennootschapsbelasting | 33.599 | 45.231 |
Debiteuren | 11.133 | 14.125 |
Nog te factureren bedragen | 5.690 | 3.925 |
Belastingen en premies sociale verzekeringen | 3.575 | 216 |
Cash collateral u.h.v. derivaten | - | 5.282 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 1.122 | 969 |
Totaal | 282.066 | 304.233 |
De vorderingen op verbonden partijen hebben voornamelijk betrekking op de verrichte dienstverlening aan de fondsen voor gemene rekening uit hoofde van het vermogensbeheer door APG Groep. De fondsen voor gemene rekening betreffen beleggingsentiteiten waarin vermogen bijeen is gebracht door meerdere opdrachtgevers met gemeenschappelijke beleggingsdoelen en het beheer gevoerd wordt door APG Groep.
Onder de vorderingen is 3,7 miljoen euro opgenomen (2020: 4,8 miljoen euro) met een resterende looptijd langer dan één jaar. Er zijn geen zekerheden verstrekt en er is geen rente ontvangen over de vorderingen.
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
Liquide middelen (5) | ||
Banktegoeden in rekening courant | 335.536 | 321.684 |
Deposito's | 230.000 | 170.000 |
Totaal | 565.536 | 491.684 |
Van de liquide middelen is een bedrag van 9,3 miljoen euro (2020: 8 miljoen) gereserveerd voor langetermijnverplichtingen naar de medewerkers.
Er zijn geen verdere zekerheden gesteld, noch aanvullende voorwaarden aangegaan. Gezien de aard van de deposito’s (kortlopend) is het renterisico zeer laag. De deposito’s zijn uitgezet bij kredietwaardige financiële instellingen met een minimale A-rating volgens rating agencies Fitch en Moody's en hebben een looptijd van 3 maanden. Om deze reden is het kredietrisico beperkt.
Groepsvermogen (6)
De samenstelling van het eigen vermogen van APG Groep wordt in de toelichting op de balans in de enkelvoudige jaarrekening nader toegelicht.
Kapitaal- en dividendbeleid
Belangrijke uitgangspunten van het in 2021 van toepassing zijnde kapitaal- en dividendbeleid zijn: financiële stabiliteit, ruimte voor mogelijke strategische investeringen en een vereist rendement passend bij een maatschappelijk georiënteerde organisatie. In 2021 is het kapitaal- en dividendbeleid herzien omdat het vereist rendement gebaseerd op een Return on Equity doelstelling niet meer goed past gegeven de fiscale transfer pricing afspraken die gelden ten aanzien van de relatie die APG heeft met de klant ABP. In het nieuwe kapitaal- en dividendbeleid is het vereist rendement bijgesteld zodat deze rekening houdt met de fiscale transfer pricing afspraken. De voorgestelde dividenduitkering wordt jaarlijks berekend op basis van de analyse van het beschikbare vermogen versus ons vereiste kapitaal volgens het kapitaal- en dividendbeleid.
Verloop groepsvermogen
Het verloop van het groepsvermogen alsmede inzicht in het totaalresultaat (groepsresultaat en rechtstreekse mutaties) is als volgt.
2021 | 2020 | |||
Beginstand | 631.813 | 764.531 | ||
Nettoresultaat | 77.843 | 41.822 | ||
Omrekeningsverschillen buitenlandse deelneming | 1.673 | -1.525 | ||
Totaal resultaat | 79.516 | 40.297 | ||
Uitgekeerd dividend | -74.000 | -173.000 | ||
Totaal rechtstreekse mutaties in relatie met de aandeelhouders | -74.000 | -173.000 | ||
Mutatie aandeel van derden in eigen vermogen | -11 | -15 | ||
Eindstand | 637.318 | 631.813 | ||
Voorzieningen (7)
Het verloop van de overige voorzieningen is als volgt.
Personeels- gerelateerde voorzieningen | Voorziening reorganisatie | Overige voorzieningen | Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Beginstand | 41.274 | 35.970 | 2.407 | 79.651 | 82.933 |
Dotaties | 16.635 | 3.701 | 7.455 | 27.791 | 25.872 |
Onttrekkingen | -4.551 | -10.140 | - | -14.691 | -19.657 |
Vrijval | -2.360 | -7.820 | -2.543 | -12.723 | -9.450 |
Overige mutaties | -4.986 | - | 4 | -4.982 | -1.743 |
Koersverschillen | 1.657 | - | 41 | 1.698 | 1.696 |
Eindstand | 47.669 | 21.711 | 7.364 | 76.744 | 79.651 |
Van het totaalbedrag heeft 11,5 miljoen euro (2020: 19,9 miljoen euro) naar verwachting een looptijd langer dan vijf jaar. Naar verwachting komt 18,9 miljoen euro in 2022 tot afwikkeling (2020: 11,7 miljoen euro).
Personeelsgerelateerde voorzieningen
Deze voorziening is gevormd voor verplichtingen uit hoofde van lange termijn personeelsbeloningen (dienstjubilea, bonusplan) en een voorziening voor een hypotheekfaciliteit voor ex-medewerkers. In 2021 heeft een schattingswijziging plaatsgevonden op de voorziening dienstjubilea door een herijking van de gebruikte parameters en methodiek. Als gevolg van deze schattingswijziging is het resultaat over 2021 circa 4,8 miljoen euro hoger dan op basis van de gehanteerde grondslag van voorgaand verslagjaar. Dit is inclusief de opbouw van nieuwe rechten en vrijval uit hoofde van verlopen rechten.
Voorziening reorganisatie
Deze voorziening is gevormd ter dekking van de reorganisatiekosten uit hoofde van de door de werkgever gefaciliteerde mogelijkheid tot vrijwillig vertrek en de boventalligheid analoog aan de stadia van veranderprogramma’s binnen de groep. In 2021 heeft een dotatie ad 3,7 miljoen euro (2020: 13,8 miljoen euro) plaatsgevonden. In 2021 bleek de totale verwachte uitgaven voor reorganisatie lager zijn dan oorspronkelijk ingeschat, hetgeen heeft geresulteerd in een vrijval van 7,8 miljoen euro (2020: 8,1 miljoen euro).
Overige voorzieningen
De overige voorzieningen betreft voornamelijk de voorziening voor het verlieslatend huurcontract van 6,1 miljoen euro voor het oude kantoorgebouw dat niet langer gebruikt wordt voor onze bedrijfsactiviteiten. Het huurcontract is in 2021 verlieslatend geworden door gewijzigde marktomstandigheden, waardoor het naar verwachting langer zal duren om het pand onder te verhuren.
Langlopende schulden (8)
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
Beginstand | 10.911 | 10.911 |
Opgenomen | - | - |
Aflossingen | - | - |
Totaal | 10.911 | 10.911 |
Het geheel van de eindstand ad 10,9 miljoen euro heeft een restlooptijd groter dan vijf jaar (2020: 10,9 miljoen euro). Het rentepercentage is 7,25 procent per jaar (2020: 7,25 procent per jaar). Er zijn geen zekerheden gesteld. De reële waarde van de langlopende schulden bedraagt 23,8 miljoen euro (2020: 25,6 miljoen euro). De aflossing van de langlopende schulden vindt plaats aan het einde van de looptijd.
Kortlopende schulden en overlopende passiva (9)
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
Schulden aan verbonden partijen | 149.858 | 153.409 |
Overige personeelsgerelateerde verplichtingen | 41.806 | 39.985 |
Nog te ontvangen facturen | 33.677 | 25.019 |
Vakantiegeld en -dagen | 28.454 | 26.348 |
Belastingen en premies sociale verzekeringen | 23.021 | 26.121 |
Vooruitgefactureerde bedragen | 17.439 | 13.518 |
Vooruitontvangen huurkorting | 16.807 | 6.555 |
Nog te betalen bedragen | 16.369 | 10.595 |
Schulden aan kredietinstellingen | 3.476 | - |
Crediteuren | 1.801 | 2.109 |
Schulden ter zake van pensioenen | 2.120 | 1.275 |
Vennootschapsbelasting | 487 | 449 |
Overige schulden | 3 | 105 |
Totaal | 335.318 | 305.488 |
De schulden aan kredietinstellingen is een ontvangen cash collateral ter dekking van het afwikkelingsrisico van valutatermijncontracten. Deze zijn afgesloten om de toekomstige kosten van de activiteiten van de buitenlandse deelnemingen te financieren. Van de kortlopende schulden heeft 15,4 miljoen euro een looptijd van langer dan één jaar (2020: 6,6 miljoen euro). De schulden op verbonden partijen hebben voornamelijk betrekking op de verrichte vermogensbeheer dienstverlening en afrekeningen met klanten. Daarnaast is er een vooruitontvangen huurkorting opgenomen in verband met gehuurde kantoorpanden die over de looptijd van het contract vrijvalt. De overige personeelsgerelateerde verplichtingen betreffen verplichtingen uit hoofde van vakantiegeld, verlofdagen en variabele beloningen.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa
Per balansdatum staat aan verplichtingen uit hoofde van lopende huurcontracten een bedrag van 295,9 miljoen euro open (2020: 202,2 miljoen euro), waarvan 21,4 miljoen euro verschuldigd binnen één jaar (2020: 21,3 miljoen euro), 87,6 miljoen euro verschuldigd tussen één en vijf jaren (2020: 86,5 miljoen euro) en 186,9 miljoen euro verschuldigd na vijf jaren (2020: 94,4 miljoen euro). In het verslagjaar zijn voor 29,5 miljoen euro huurkosten verantwoord (2020: 20,5 miljoen euro).
De verplichtingen uit hoofde van langlopende autoleasecontracten bedragen 6,7 miljoen euro (2020: 7,8 miljoen euro), waarvan 2,7 miljoen euro verschuldigd binnen één jaar na afloop van het boekjaar (2020: 3,1 miljoen euro) en 4,0 miljoen euro tussen één en vijf jaren (2020: 4,7 miljoen euro). Er zijn geen verplichtingen verschuldigd na vijf jaren. In het verslagjaar zijn voor 3,0 miljoen euro leasekosten inclusief brandstofvoorschot verantwoord (2020: 3,7 miljoen euro). De leaseverplichting wordt bepaald exclusief brandstofvoorschot.
De verplichtingen uit hoofde van onderhouds- en overige contracten bedragen 60,0 miljoen euro (2020: 32,5 miljoen euro) waarvan 20,1 miljoen euro (2020: 11,8 miljoen euro) verschuldigd binnen één jaar na afloop van het boekjaar en 39,9 miljoen euro (2020: 20,7 miljoen euro) verschuldigd tussen één en vijf jaren. Er zijn geen verplichtingen verschuldigd na vijf jaren.
De groep is ultimo verslagjaar investeringsverplichtingen met betrekking tot ICT en software aangegaan ad 11,1 miljoen euro (2020: 10,7 miljoen euro).
In 2018 is APG Groep een langlopend contract aangegaan voor de afname van zakelijke dienstverlening, dit komt voort uit de verkoop van Inovita B.V. De verplichting uit hoofde van dit contract bedraagt 0,7 miljoen euro, hetgeen binnen één jaar afloopt (2020: 1,0 miljoen euro). In het contract zijn minimumafnames overeengekomen. Indien de werkelijk gerealiseerde afname lager is dan de voor dat moment geldende minimumafname, heeft APG Groep de verplichting tot het betalen van 30 procent van het verschil.
Er staan verplichtingen uit hoofde van afgesloten derivaten ter afdekking van de financiering van de buitenlandse dochters open per balansdatum met een nominale waarde van 149,1 miljoen euro (2020: 126,6 miljoen euro). De reële waarde van deze derivaten bedraagt per balansdatum 2,9 miljoen euro positief (2020: 4,7 miljoen euro negatief). De verplichtingen hebben een looptijd van korter dan een jaar. In de contractvoorwaarden is de uitwisseling van onderpand opgenomen ter dekking van het afwikkelingsrisico.
Binnen APG Groep zijn fiscale eenheden van toepassing, te weten voor de vennootschaps- respectievelijk omzetbelasting. Binnen een dergelijke fiscale eenheid zijn de vennootschappen over en weer hoofdelijk aansprakelijk voor elkaars belastingschulden. Belastingen worden toegerekend op basis van het aandeel van de vennootschappen in de totale belastingen, als ware de vennootschappen zelfstandig belastingplichtig.
Met betrekking tot de performance resultaten uit investeringen die zijn gedaan onder oude mandaten bij een voormalige deelneming, bestaat een recht op nog te ontvangen vergoedingen (carried interest notes bedragen 0,1 miljoen euro voor 2021 en 0,1 miljoen euro voor 2020). Voor deze verplichting wordt een uitstroom van middelen niet waarschijnlijk geacht.
De dochteronderneming APG Asset Management NV wordt aansprakelijk gesteld voor schade als gevolg van een vermeende fout in de uitvoering van de dienstverlening aan de betreffende opdrachtgever. De uitkomst van deze aansprakelijkheidsstelling is onzeker en kan mogelijk in de toekomst leiden tot een uitstroom van middelen voor APG Groep NV.
7.2.9 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening
Netto omzet
Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Beheervergoedingen (10) | ||
Vermogensbeheer | 621.187 | 521.667 |
Pensioenuitvoering | 230.563 | 219.399 |
Totaal | 851.750 | 741.066 |
De beheervergoedingen hebben betrekking op de vergoedingen verkregen voor de uitgevoerde activiteiten vermogensbeheer verminderd met de bewaarvergoedingen, en de vergoedingen voor pensioenbeheer. De toename in vergoedingen in vermogensbeheer hebben voornamelijk te maken met de stijging van de waarde van het vermogen in beheer en een toename van de vaste vergoeding door toegenomen strategische activiteiten.
Overige bedrijfsopbrengsten (11)
Hieronder zijn andere gerealiseerde opbrengsten verantwoord dan de opbrengsten die rechtstreeks voortvloeien uit de uitvoeringscontracten met pensioenfondsen en het vermogensbeheer voor derden.
Gesegmenteerde informatie netto omzet
Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Netto omzet | ||
Vermogensbeheer | 622.088 | 522.796 |
Pensioenuitvoering | 246.105 | 240.820 |
Ondersteunende bedrijven | 4.166 | 4.268 |
APG Groep enkelvoudig | 163.294 | 144.840 |
Eliminaties | -173.538 | -149.761 |
Totaal | 862.115 | 762.963 |
De gesegmenteerde informatie is primair overeenkomstig met de juridische structuur van APG Groep waarbij segmentatie plaatsvindt naar APG Asset Management, APG DWS en Fondsenbedrijf en ondersteunende dienstverlening.
Bedrijfslasten
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten (12)
Deze post betreft onder andere kosten inhuur extern personeel, accountantskosten en advieskosten.
Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Personeelskosten (13) | ||
Lonen en salarissen | 344.290 | 319.478 |
Pensioenlasten | 39.388 | 34.042 |
Sociale lasten | 32.083 | 31.146 |
Overige personeelskosten | 18.961 | 39.763 |
Totaal | 434.722 | 424.429 |
Pensioenregeling medewerkers
De pensioenregeling is ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds ABP en PPF APG. De aanspraken worden opgebouwd op basis van middelloon en aantal dienstjaren, met voorwaardelijke indexatie. Voor het merendeel van de overige medewerkers is de pensioenregeling ondergebracht bij Stichting Personeelspensioenfonds APG. De aanspraken worden opgebouwd op basis van middelloon en aantal dienstjaren, met voorwaardelijke indexatie. APG Groep heeft geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen in het geval van tekorten bij deze pensioenfondsen, anders dan het voldoen van toekomstige premies. Op grond van deze zogenaamde toegezegde bijdrage regeling is volstaan met het vermelden van de premie als last. In de post overige personeelskosten is in 2021 de vrijval voorziening dienstjubilea van 4,8 miljoen euro verantwoord.
Voor de meeste medewerkers in het buitenland gelden specifieke regelingen.
Aantal personeelsleden
Bij de groep waren in 2021 gemiddeld 3.124 werknemers in dienst (2020: 3.013), onderverdeeld in de volgende segmenten.
Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Directie en ondersteunende afdelingen | 685 | 678 |
APG DWS en Fondsenbedrijf | 1.430 | 1.416 |
APG Asset Management | 1.009 | 919 |
Totaal | 3.124 | 3.013 |
In 2021 waren gemiddeld 246 werknemers werkzaam in het buitenland (2020: 228). Deze werknemers zijn allen werkzaam bij APG Asset Management.
Bezoldiging van commissarissen en bestuurders (in euro's)
De bezoldigingen van commissarissen en bestuurders zijn vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Vaste vergoeding | Vergoeding lidmaatschap commissies | Werkgeverslasten en belastingen | Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Raad van commissarissen | |||||
Pieter Jongstra | 48.564 | 5.396 | 2.833 | 56.793 | 69.513 |
Dick van Well | 37.772 | 8.094 | 2.408 | 48.274 | 53.896 |
Claudia Zuiderwijk | 32.376 | 8.094 | 2.125 | 42.595 | 53.337 |
Sarah Russell* | 29.678 | 22.137 | - | 51.815 | - |
Maes van Lanschot** | 13.490 | 18.685 | 6.190 | 38.365 | 54.830 |
Roger van Boxtel*** | 8.094 | 1.349 | 1.983 | 11.426 | 43.641 |
José Meijer***** | 32.376 | 5.396 | - | 37.772 | 12.404 |
Edith Snoeij**** | - | - | - | - | 17.843 |
* = vanaf 15 mei 2021 vergoeding incl. APG Asset Management | |||||
** = tot 15 mei 2021 vergoeding incl. APG Asset Management | |||||
*** = tot 1 april 2021 | |||||
**** = tot 27 april 2020 | |||||
***** = vanaf 5 september 2020 |
Op grond van een besluit van de staatssecretaris van Financiën worden de toezichtwerkzaamheden van de rvc-leden van APG vanaf 7 mei 2021 niet langer verricht als BTW ondernemer en mogen zij dientengevolge voor deze activiteiten geen BTW meer in rekening brengen. Hierdoor vallen de bedragen genoemd onder 'werkgeverslasten en belastingen' in 2021 lager uit dan 2020.
Directe salarissen | Compensatie verlaging pensioen- opbouw | Personele lasten | Pensioen- lasten | Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Raad van bestuur | ||||||
Annette Mosman | 511.027 | 61.897 | 12.680 | 22.409 | 608.013 | 520.070 |
Gerard van Olphen* | 293.666 | 41.341 | 6.627 | 11.754 | 353.388 | 647.649 |
Ronald Wuijster | 645.147 | 101.992 | 9.765 | 24.527 | 781.431 | 748.865 |
Francine Roelofsen - van Dierendonck | 434.968 | 61.897 | 12.680 | 22.409 | 531.954 | 520.070 |
Jan Nijland** | 336.578 | 23.193 | 8.258 | 17.070 | 385.099 | - |
Wim Henk Steenpoorte*** | - | - | - | - | - | 258.894 |
* = tot 1 juli 2021 | ||||||
** = vanaf 3 maart 2021 ( ad interim) | ||||||
*** = tot 1 juli 2020 |
De kolom Directe salarissen bevat het vaste jaarsalaris, de uitgekeerde vakantietoeslag en uitgekeerde eindejaarsuitkering. De kolom Compensatie verlaging pensioenopbouw vloeit voort uit een generieke regeling binnen APG Groep, op basis waarvan de vermindering van de werkgeverspensioenpremie als gevolg van de maximering van de pensioenopbouw (2021: 112.189 euro en voor 2020: 110.111 euro) toekomt aan de werknemer. De kolom Personele lasten bevat de werkgeverslasten, de kolom Pensioenlasten bevat de lasten uit hoofde van pensioenpremies. Vanaf 1 maart 2021 is Annette Mosman benoemd als voorzitter van de raad van bestuur, hetgeen dientengevolge tot een verhoging van haar bezoldiging heeft geleid.
In bovenstaande tabel zijn de vergoedingen inzake mobiliteit en vitaliteit niet opgenomen (2021: 79.703 euro en voor 2020: 98.349 euro). De mobiliteits- en vitaliteitsvergoedingen zijn beide onderdeel van de cao, waarbij met betrekking tot mobiliteit de keuze gemaakt kan worden tussen een vergoeding of een leaseauto en de vitaliteitsvergoeding bijdraagt aan een actieve en gezonde leefstijl.
Alle vergoedingen zijn gelijk gebleven behoudens de cao indexatie, die voor alle medewerkers van APG Groep 1,5 procent bedroeg over 2021. Er bestaan geen regelingen omtrent vervroegde uittreding voor de leden van de raad van bestuur.
Per 1 maart 2022 zal Ronald Wuijster herbenoemd worden voor een periode van vier jaar. Vanwege de geleverde prestaties tijdens zijn eerste termijn wordt met ingang van 1 maart 2022 zijn totale beloning verhoogd met 40.000 euro per jaar (waarvan de helft in vrije tijd). Deze verhoging is zorgvuldig afgewogen ten opzichte van het maatschappelijke aspect van vermogensbeheerdiensten voor de pensioensector. Hiermee blijft Ronald Wuijster onder marktbenchmarks beloond.
Er zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt aan (voormalig) bestuurders of commissarissen.
Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa (14) | ||
Afschrijvingen immateriële vaste activa | 45.532 | 46.570 |
Afschrijvingen materiële vaste activa | 8.060 | 8.282 |
Totaal | 53.592 | 54.852 |
Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Overige bedrijfskosten (15) | ||
Huisvestingskosten | 40.602 | 30.867 |
Automatiseringskosten | 86.420 | 84.888 |
Overig | 5.366 | 10.505 |
Totaal | 132.388 | 126.260 |
De toename van de post Huisvestingskosten in 2021 wordt veroorzaakt door de verhuizing naar een nieuw kantoorpand waardoor er tijdelijk dubbele huurlasten zijn ontstaan. Daarnaast is in de huisvestingkosten een bedrag van 6,1 miljoen euro opgenomen voor de voorziening van het verlieslatend huurcontract voor het oude kantoorpand.
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten (16)
De financiële baten betreft met name de herwaardering op effecten behorende tot de financiële vaste activa (2020: 1,0 miljoen euro).
Rentelasten en soortgelijke kosten (17)
De financiële lasten betreffen hoofdzakelijk rentelasten op de rekening courant. Er zijn geen rentelasten en soortgelijke kosten verantwoord (2020: nihil), die betrekking hebben op verhoudingen met verbonden partijen.
Belastingen (18)
De belastingen in de geconsolideerde winst- en verliesrekening zijn als volgt te specificeren.
Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Resultaat voor belastingen | 104.584 | 47.278 |
Belastinglast op basis van toepasselijke belastingtarief in Nederland | -26.146 | -11.819 |
Belastingeffect van: | ||
- Afwijkende toepasselijke belastingtarieven in het buitenland | 1.136 | 677 |
- Niet aftrekbare kosten en onbelaste baten | -440 | 154 |
Correctie voorgaande jaren | 17 | 1.890 |
Aanpassing waardering belastinglatenties door tariefswijziging | 934 | 4.381 |
Belastinglast | -24.499 | -4.717 |
Effectieve belastingdruk | 23,4% | 10,0% |
De effectieve belastingdruk komt over het jaar 2021 uit op 23,4 procent, ten opzichte van een nominaal tarief in Nederland van 25 procent. De lagere effectieve druk is hoofdzakelijk het gevolg van afwijkende belastingtarieven in de buitenlanden waar APG actief is en een incidenteel effect als gevolg van de wijziging van het belastingtarief in Nederland met ingang van 2022. Het belastingtarief in Nederland stijgt per 2022 van 25 procent naar 25,8 procent. Als gevolg van deze stijging heeft APG latente belastingvorderingen per jaareinde gewaardeerd tegen 25,8 procent. Zonder dit incidentele effect bedraagt de effectieve belastingdruk 24,3 procent. In de buitenlanden waar APG actief is, betaalt APG belasting tegen de aldaar geldende algemene belastingtarieven, welke lager zijn dan het huidige belastingtarief in Nederland.
Resultaat deelnemingen (19)
Het resultaat deelnemingen betreft het resultaat van de niet in de consolidatie betrokken deelnemingen inclusief de bijzondere waardeverminderingen op deelnemingen.
7.2.10 Toelichting op het geconsolideerde kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Voor de samenstelling van de liquide middelen wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans.
Rente over de liquide middelen is opgenomen onder de ontvangen respectievelijk betaalde rente. Deze posten worden tot de operationele activiteiten gerekend en derhalve als zodanig verantwoord.
De investeringen hebben betrekking op investeringen in inrichting en inventaris, ICT en software.
Onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten is opgenomen de dividenduitkering in de loop van het boekjaar.
7.2.11 Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum met een impact op de financiële positie per 31 december 2021 die in de jaarrekening verwerkt moeten worden.
7.2.12 Overige toelichtingen
Transacties met verbonden partijen
Transacties met verbonden partijen vinden plaats tegen marktconforme condities.
Stichting Pensioenfonds ABP, APG Groep NV, APG DWS en Fondsenbedrijf NV, APG Asset Management NV, APG Trading BV, alsmede Entis Holding BV en Entis BV vormen samen een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Dit betekent dat de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk is voor omzetbelastingschulden van de fiscale eenheid als geheel. Voor wat betreft de vennootschapsbelasting vormt APG Groep NV een fiscale eenheid met APG DWS en Fondsenbedrijf NV en APG Asset Management NV. Dit betekent dat deze rechtspersonen onderling hoofdelijk aansprakelijk zijn voor elkaars belastingschulden. De vennootschapsbelasting van de fiscale eenheid wordt aan elke tot de fiscale eenheid behorende vennootschap toegerekend op basis van het aandeel van een vennootschap in de totale vennootschapsbelasting. Transacties tussen onze klant ABP en APG Groep NV moeten aan de fiscale transfer pricing afspraken voldoen.
Honoraria onafhankelijke accountant
Met ingang van boekjaar 2016 is KPMG Accountants N.V. de onafhankelijk accountant van APG Groep NV en zijn dochters. De accountantskosten zijn verantwoord onder ‘Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten’.
Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
in € miljoen | ||
Onderzoek van de jaarrekeningen | 0,8 | 0,8 |
Andere controleopdrachten (w.o. werkzaamheden inzake ISAE 3402) | 2,4 | 2,3 |
Adviesdiensten op fiscaal terrein | - | - |
Andere niet-controlediensten | - | - |
Totaal | 3,2 | 3,1 |
De accountantskosten voor het onderzoek van de jaarrekeningen betreffen de lasten die toe te rekenen zijn aan het boekjaar.
Onder de andere controleopdrachten zijn voor 1,4 miljoen euro (2020: 1,5 miljoen euro) de audit gerelateerde werkzaamheden verantwoord ten behoeve van de rapportages aan cliënten van APG Groep NV in het kader van de dienstverlening door APG Groep NV.
7.3.1
Enkelvoudige balans per 31 december 2021 (vóór winstbestemming)
In duizenden euro's
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
ACTIVA | ||
Vaste Activa | ||
Immateriële vaste activa (1) | 1.879 | 2.387 |
Materiële vaste activa (2) | 37.868 | 16.640 |
Financiële vaste activa (3) | 503.531 | 487.357 |
543.278 | 506.384 | |
Vlottende activa | ||
Vorderingen en overlopende activa (4) | 75.032 | 176.375 |
Liquide middelen (5) | 210.646 | 207.006 |
285.678 | 383.381 | |
TOTAAL ACTIVA | 828.956 | 889.765 |
PASSIVA | ||
Eigen vermogen (6) | ||
Gestort en opgevraagd kapitaal | 352.649 | 352.649 |
Agio | 202.722 | 234.900 |
Wettelijke reserves | 3.619 | 1.946 |
Overige reserves | - | - |
Onverdeeld resultaat boekjaar | 77.843 | 41.822 |
636.833 | 631.317 | |
Voorzieningen (7) | 22.356 | 24.990 |
Langlopende schulden (8) | 10.911 | 13.411 |
Kortlopende schulden en overlopende passiva (9) | 158.856 | 220.047 |
TOTAAL PASSIVA | 828.956 | 889.765 |
Enkelvoudige winst- en verliesrekening 2021
In duizenden euro's
2021 | 2020 | |
Resultaat deelnemingen na belastingen | 83.400 | 53.790 |
Overig resultaat na belasting | -5.557 | -11.968 |
Resultaat na belastingen | 77.843 | 41.822 |
7.3.2 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling voor de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk met uitzondering dat deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de netto vermogenswaarde.
Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening.
Voor zover posten uit de enkelvoudige balans en de enkelvoudige winst-en-verliesrekening hierna niet nader zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening.
7.3.3 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
In duizenden euro's
Vaste activa
Immateriële vaste activa (1)
De immateriële vaste activa hebben betrekking op aangekochte software. De goodwill heeft betrekking op de in 2021 verworven deelneming Prikkl BV.
Goodwill | Software | Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Beginstand | - | 2.387 | 2.387 | 3.543 |
Effect herstructurering | - | - | - | 630 |
Investeringen | 236 | 339 | 575 | - |
Desinvesteringen | - | - | - | -1.786 |
Afschrijvingen | -22 | -1.061 | -1.083 | 2.387 |
Eindstand | 214 | 1.665 | 1.879 | 2.387 |
Cumulatieve aanschafwaarde | 236 | 11.736 | 11.972 | 11.397 |
Cumulatieve afschrijvingen en waarde | ||||
verminderingen | -22 | -10.071 | -10.093 | -9.010 |
Boekwaarde | 214 | 1.665 | 1.879 | 2.387 |
Afschrijvingspercentage | 10% | 20-25% | ||
Materiële vaste activa (2)
De materiële vaste activa hebben betrekking op inrichting en inventaris en ICT.
Het verloop van deze post is als volgt.
Inrichting en inventaris | ICT | Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Beginstand | 8.035 | 8.605 | 16.640 | 824 |
Effect herstructurering | - | - | - | 14.929 |
Investeringen | 22.864 | 4.179 | 27.043 | 7.275 |
Desinvesteringen | -467 | -54 | -521 | - |
Afschrijvingen | -1.267 | -4.027 | -5.294 | -6.388 |
Waardeveranderingen | - | - | - | |
Eindstand | 29.165 | 8.703 | 37.868 | 16.640 |
Cumulatieve aanschafwaarde | 53.356 | 37.064 | 90.420 | 64.021 |
Cumulatieve afschrijvingen en waarde | ||||
verminderingen | -24.191 | -28.361 | -52.552 | -47.381 |
Boekwaarde | 29.165 | 8.703 | 37.868 | 16.640 |
Afschrijvingspercentage | 10-20% | 20-25% | ||
De investeringen in 2021 inzake inrichting en inventaris hebben voornamelijk betrekking op de verbouwingen in het nieuwe huurpand Edge West. Daarnaast zijn er investeringen gedaan voor verbouwingen in Heerlen.
Financiële vaste activa (3)
De post financiële vaste activa betreft deelnemingen, actieve belastinglatentie en uitgegeven lening. Het verloop van deze post is als volgt.
Actieve belasting latentie | Lening u/g | Deelnemingen | Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Beginstand | 6.992 | 3.032 | 477.333 | 487.357 | 512.464 |
Effect herstructurering | - | - | - | - | -10.022 |
Aankopen en verstrekkingen | - | - | 33.544 | 33.544 | 30.261 |
Verkopen en aflossingen | - | -378 | - | -378 | -1.463 |
Aandeel in het resultaat | - | - | 84.832 | 84.832 | 53.790 |
Ontvangen dividend | - | - | -101.494 | -101.494 | -95.867 |
Conversie lening | - | -220 | 220 | - | - |
Bijzondere waardeverminderingen | - | - | -1.432 | -1.432 | - |
Herwaarderingen | 199 | - | - | 199 | - |
Mutatie belastinglatentie | -771 | - | - | -771 | - |
Overige mutaties | - | - | 1.674 | 1.674 | -1.806 |
Eindstand | 6.420 | 2.434 | 494.677 | 503.531 | 487.357 |
In de eindstand is opgenomen een actieve belastinglatentie van 6,4 miljoen euro (2020: 7,0 miljoen euro) en een uitgegeven lening van 2,4 miljoen euro (2020: 3,0 miljoen euro). In 2021 verwierf APG Groep NV een deelneming in Prikkl BV van 244.000 euro, waarmee meer grip wordt nagestreefd op financiële fitheid van Nederlanders door toegankelijke en betaalbare coaching en advies. Voor deze deelneming geldt dat er geen sprake is van overheersende zeggenschap, maar invloed van betekenis en derhalve wordt deze deelneming gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde. Op basis van een analyse van de realiseerbare waarde, gebaseerd op de indirecte opbrengstwaarde, is een bijzondere waardevermindering toegepast op de deelnemingen. Daarnaast heeft er in 2021 een kapitaalstorting van 33,0 miljoen euro plaatsgevonden in de dochteronderneming APG DWS en Fondsenbedrijf. Daarnaast heeft een storting plaatsgevonden voor 0,3 miljoen euro in Campus Management & Development BV.
Vlottende activa
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
Vorderingen en overlopende activa (4) | ||
Vennootschapsbelasting | 32.045 | 44.055 |
Vooruitbetaalde bedragen | 26.117 | 23.537 |
Vorderingen op groepsmaatschappijen | 3.574 | 81.921 |
Vorderingen op verbonden partijen | 7.293 | 20.322 |
Vorderingen op kredietinstellingen | - | 5.282 |
Vorderingen u.h.v. derivaten | 2.951 | - |
Belastingen en premies sociale verzekeringen | 1.746 | 216 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 1.059 | 958 |
Debiteuren | 247 | 84 |
Totaal | 75.032 | 176.375 |
De vorderingen en overlopende activa hebben hoofdzakelijk betrekking op vorderingen op groepsmaatschappijen en vooruitbetaalde bedragen. In de kortlopende vorderingen heeft een bedrag van 3,4 miljoen euro een looptijd langer dan een jaar. Er zijn geen zekerheden verstrekt en er is geen rente ontvangen over de vorderingen.
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
Liquide middelen (5) | ||
Banktegoeden in rekening courant | 70.646 | 127.006 |
Deposito's | 140.000 | 80.000 |
Totaal | 210.646 | 207.006 |
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de vennootschap.
Eigen vermogen (6)
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
Gestort en opgevraagd kapitaal | 352.649 | 352.649 |
Agio | 202.722 | 234.900 |
Wettelijke reserves | 3.619 | 1.946 |
Overige reserves | - | - |
Onverdeeld resultaat | 77.843 | 41.822 |
Totaal Eigen vermogen | 636.833 | 631.317 |
Het verloop van het eigen vermogen blijkt uit het volgende overzicht:
Gestort en opgevraagd kapitaal | Agio | Wettelijke reserves | Overige reserves | Onverdeeld resultaat boekjaar | |
Beginstand | 352.649 | 234.900 | 1.946 | - | 41.822 |
Mutaties uit hoofde van winstbestemming | - | - | - | 41.822 | -41.822 |
Mutatie wettelijke reserves | - | - | 1.673 | - | - |
Afstempeling aandelen | - | - | - | - | - |
Kapitaalvermindering uitgekeerd aan aandeelhouders | - | - | - | - | - |
Uitgekeerd dividend | - | -32.178 | - | -41.822 | - |
Resultaat boekjaar | - | - | - | - | 77.843 |
Overige mutaties | - | - | - | - | - |
Eindstand | 352.649 | 202.722 | 3.619 | - | 77.843 |
Gestort en opgevraagd kapitaal
In 2020 heeft een vermindering van het geplaatst kapitaal plaatsgevonden, waarbij de nominale waarde is verlaagd van 1,00 euro per aandeel naar 0,50 euro per aandeel en is het gestort en opgevraagd kapitaal daarbij verminderd met 352,6 miljoen euro ten gunste van het agio. Het gestort en opgevraagd kapitaal betreft na verlaging van de nominale waarde het bij oprichting geplaatste kapitaal, bestaande uit 650.000.000 gewone aandelen van 0,50 euro nominaal en 55.297.170 gewone aandelen van 0,50 euro uitgegeven in 2011 bij de verwerving van de minderheidsbelangen in APG DWS en Fondsenbedrijf NV (voormalig APG Algemene Pensioen Groep NV) en Loyalis NV.
Agio
Als agio is in voorgaande jaren verwerkt het bij de oprichting betaalde agio alsmede agio als gevolg van kapitaalstortingen en onttrekkingen, inbreng van een dochter tegen reële waarde alsmede agio vanuit de omzetting van leningen van aandeelhouders in eigen vermogen in het kader van de herkapitalisatie van APG Groep.
Wettelijke en overige reserves
In de wettelijke en overige reserves zijn rechtstreekse vermogensmutaties opgenomen die samenhangen met de ontwikkeling van de wettelijke reserve omrekenverschillen van 1,7 miljoen euro. De reserve omrekeningsverschillen bedraagt ultimo 2021 3,6 miljoen euro (2020: 1,9 miljoen euro) en is opgenomen met betrekking tot de buitenlandse deelnemingen.
Onverdeeld resultaat boekjaar
Hieronder is opgenomen het resultaat over het verslagjaar.
Agio, overige reserves en het onverdeeld resultaat boekjaar staan in beginsel ter vrije beschikking. De bepalingen van toezichthouders bij groepsmaatschappijen kunnen leiden tot een beperking in de uitkeerbaarheid van het eigen vermogen respectievelijk het eigen vermogen van APG Groep. Uit dien hoofde kan worden vereist dat het eigen vermogen van groepsmaatschappijen ten minste een bepaald niveau moet hebben. Bij de bepaling van het dividendpotentieel houdt APG Groep rekening met de bepalingen van toezichthouders.
Voorstel resultaatbestemming
Aan de algemene vergadering van aandeelhouders wordt conform het vastgestelde beleid voorgesteld een dividend ad 120,0 miljoen euro uit te keren: 77,8 miljoen euro van het nettoresultaat en het resterende bedrag van 42,2 miljoen euro uit de vrij uitkeerbare reserves.
Voorzieningen (7)
Personeels- gerelateerde voorzieningen | Reorganisatie- voorziening | Overige voorzieningen | Totaal 2021 | Totaal 2020 | |
Beginstand | 4.739 | 20.251 | - | 24.990 | 18.794 |
Effect herstructurering | - | - | - | - | 8.603 |
Dotaties | 485 | 1.397 | 6.631 | 8.513 | 7.465 |
Onttrekkingen | -955 | -5.317 | - | -6.272 | -5.618 |
Vrijval | -167 | -3.631 | - | -3.798 | -4.661 |
Overige mutaties | -1.077 | - | - | -1.077 | 407 |
Eindstand | 3.025 | 12.700 | 6.631 | 22.356 | 24.990 |
Van het totaalbedrag heeft 2,9 miljoen euro (2020: 7,4 miljoen euro) naar verwachting een looptijd langer dan vijf jaar. Naar verwachting komt 8,1 miljoen euro in 2022 tot afwikkeling (2020: 4,8 miljoen euro). De dotatie betreft voornamelijk de voorziening voor het verlieslatend huurcontract van 6,1 miljoen euro voor het oude kantoorgebouw dat niet langer gebruikt wordt voor onze bedrijfsactiviteiten. Het huurcontract is in 2021 verlieslatend geworden door gewijzigde marktomstandigheden, waardoor het naar verwachting langer zal duren om het pand onder te verhuren. In 2021 heeft een schattingswijziging plaatsgevonden op de voorziening dienstjubilea door een herijking van de gebruikte parameters en methodiek. Als gevolg van deze schattingswijziging is het resultaat over 2021 circa 1,1 miljoen euro hoger dan op basis van de gehanteerde grondslag van voorgaand verslagjaar. Dit is inclusief de opbouw van nieuwe rechten en vrijval uit hoofde van verlopen rechten.
Langlopende schulden (8)
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
Beginstand | 13.411 | 13.411 |
Verstrekkingen | - | - |
Aflossingen | -2.500 | - |
Totaal | 10.911 | 13.411 |
Ultimo 2021 zijn geen leningen met verbonden partijen opgenomen. De leningen met een groepsmaatschappij ultimo 2020 van 2,5 miljoen euro is in 2021 verrekend met interne rekening courant verhoudingen. Van de eindstand heeft 10,9 miljoen euro een restlooptijd groter dan vijf jaar (2020: 10,9 miljoen euro). Het rentepercentage is 7,25 procent per jaar (2020: 7,25 procent per jaar). Er zijn geen zekerheden gesteld. De reële waarde van de langlopende schulden aan derden bedraagt 23,8 miljoen euro (2020: 25,6 miljoen euro).
Kortlopende schulden en overlopende passiva (9)
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
Schulden aan groepsmaatschappijen | 121.952 | 201.453 |
Nog te ontvangen facturen | 11.946 | 5.196 |
Vooruitontvangen huurkorting | 7.161 | 1.506 |
Vakantiegeld en –dagen | 6.646 | 6.499 |
Belastingen en premies sociale verzekeringen | 4.081 | 4.134 |
Schulden aan kredietinstellingen | 3.477 | - |
Vooruitgefactureerde bedragen | 1.077 | - |
Crediteuren | 946 | 659 |
Schulden terzake van pensioenen | 584 | 421 |
Schulden aan verbonden partijen | 578 | 179 |
Overige schulden | 291 | - |
Overige personeelsgerelateerde verplichtingen | 117 | - |
Totaal | 158.856 | 220.047 |
Ten aanzien van de schulden aan groepsmaatschappijen is er geen sprake van rente en/of zekerheden. Van de kortlopende schulden heeft 6,4 miljoen euro een looptijd van langer dan een jaar (2020: 1,5 miljoen euro).
Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa
Per balansdatum staat aan verplichtingen uit hoofde van lopende huurcontracten een bedrag van 232,6 miljoen euro open (2020: 158,6 miljoen euro), waarvan 14,4 miljoen euro verschuldigd binnen één jaar (2020: 16,5 miljoen euro), 58,5 miljoen euro verschuldigd tussen één en vijf jaren (2020: 70,0 miljoen euro) en 159,7 miljoen euro verschuldigd na vijf jaren (2020: 72,1 miljoen euro). In het verslagjaar zijn voor 22,8 miljoen euro huurkosten verantwoord (2020: 14,7 miljoen euro).
De verplichtingen uit hoofde van langlopende autoleasecontracten bedragen 6,6 miljoen euro (2020: 7,8 miljoen euro), waarvan 2,7 miljoen euro verschuldigd binnen één jaar na afloop van het boekjaar (2020: 3,1 miljoen euro) en 3,9 miljoen euro tussen één en vijf jaar (2020: 4,7 miljoen euro). Er zijn geen verplichtingen verschuldigd na vijf jaar. In het verslagjaar zijn voor 3,0 miljoen euro leasekosten inclusief brandstofvoorschot verantwoord (2020: 3,7 miljoen euro). De leaseverplichting wordt bepaald exclusief brandstofvoorschot.
De verplichtingen uit hoofde van onderhouds- en overige contracten bedragen 26,6 miljoen euro (2020: 18,6 miljoen euro) waarvan 9,3 miljoen euro(2020: 6,9 miljoen euro) verschuldigd binnen één jaar na afloop van het boekjaar en 17,3 miljoen euro (2020: 11,7 miljoen euro) verschuldigd tussen één en vijf jaar. Er zijn geen verplichtingen verschuldigd na vijf jaar.
De groep is ultimo verslagjaar investeringsverplichtingen met betrekking tot ICT en software aangegaan ad 11,0 miljoen euro (2020: 10,7 miljoen euro).
In 2018 is APG Groep een langlopend contract aangegaan voor de afname van zakelijke dienstverlening, dit komt voort uit de verkoop van Inovita BV. De verplichting uit hoofde van dit contract bedraagt 0,7 miljoen euro (2020: 1,6 miljoen euro), waarvan 0,7 miljoen euro (2020: 1,0 miljoen euro) verschuldigd is binnen één jaar na afloop van het boekjaar en 0,0 miljoen euro (2020: 0,6 miljoen euro) tussen één en vijf jaar. In het contract zijn minimumafnames overeengekomen. Indien de werkelijk gerealiseerde afname lager is dan de voor dat moment geldende minimumafname, heeft APG Groep de verplichting tot het betalen van 30 procent van het verschil.
De verplichtingen uit hoofde van afgesloten derivaten ter afdekking van de financiering van de buitenlandse dochters bedragen per balansdatum 149,1 miljoen euro (2020: 126,6 miljoen euro). De reële waarde van deze derivaten bedraagt per balansdatum 2,9 miljoen euro positief (2020: 4,7 miljoen negatief euro). De verplichtingen hebben een looptijd van korter dan een jaar. In de contractvoorwaarden is de uitwisseling van onderpand opgenomen ter dekking van het afwikkelingsrisico. Direct hiermee samenhangende verplichtingen tussen APG Groep NV en APG Asset Management NV zijn door middel van back-to-back agreements geformaliseerd.
Transacties met verbonden partijen
Vanuit APG Groep worden kosten doorbelast aan de dochters APG Asset Management en APG DWS en Fondsenbedrijf. Op deze doorbelasting vindt geen winstopslag plaats, aangezien deze entiteiten binnen dezelfde fiscale eenheid vallen. De totale doorbelasting vanuit APG Groep is 161,3 miljoen euro.
Aansprakelijkheidsstelling
Door de vennootschap is ten behoeve van een in de consolidatie betrokken dochteronderneming een aansprakelijkheidsstelling afgegeven zoals bedoeld in art. 2:403 BW en art. 2:408 BW. De aansprakelijkheidsstelling heeft betrekking op APG DWS en Fondsenbedrijf NV.
Aansprakelijkheid bij een fiscale eenheid
Bij APG Groep zijn fiscale eenheden van toepassing, te weten voor de vennootschaps- respectievelijk omzetbelasting. Binnen een dergelijke fiscale eenheid zijn de vennootschappen over en weer hoofdelijk aansprakelijk voor elkaars belastingschulden. Belastingen worden toegerekend op basis van het aandeel van de vennootschappen in de totale belastingen, als waren de vennootschappen zelfstandig belastingplichtig. Dit betekent dat dochtermaatschappijen ieder aan de moedermaatschappij zullen vergoeden hun aandeel in de verschuldigde belasting naar rato van de belastbare winst van iedere partij vóór toepassing van de regels voor verliesverrekening als bepaald in de Wet Vpb.
Aantal personeelsleden
Bij APG Groep NV waren in 2021 gemiddeld 685 werknemers in dienst (2020: 678), allen werkzaam in Nederland.
Bezoldiging van bestuurders
Voor een toelichting op de bezoldiging van bestuurders wordt verwezen naar de geconsolideerde jaarrekening.
Lijst van kapitaalbelangen
In 2021 is APG Service Partners BV gefuseerd met APG DWS en Fondsenbedrijf NV en heeft APG Groep NV een belang genomen in Prikkl BV. APG Groep NV heeft de volgende kapitaal belangen:
In de consolidatie betrokken kapitaalbelangen | ||
APG DWS en Fondsenbedrijf NV | 100% | Heerlen |
APG Asset Management NV | 100% | Amsterdam |
APG Asset Management US Inc | 100% | Delaware |
APG Investments Asia Ltd | 100% | Hong Kong |
APG Business Information Consultancy (Shanghai) Co Ltd | 100% | Shanghai |
APG Trading BV | 100% | Amsterdam |
Entis Holding BV | 76% | Amsterdam |
Entis BV | 76% | Utrecht |
Niet in de consolidatie betrokken kapitaalbelangen | ||
Campus Heerlen Huisvesting BV | 50% | Maastricht |
Campus Management & Development BV | 33% | Maastricht |
Hyfen BV | 41,81% | Amsterdam |
Vive Group BV | 3,21% | Amsterdam |
Design Authority BV | 25% | Amsterdam |
Prikkl BV | 40% | Deurne |